Deze blog gaat over een raar fenomeen. Het gebeurt regelmatig, het is altijd irritant en eigenlijk is het niet goed te begrijpen. Althans, het is niet logisch. Het zo gemakkelijk op te lossen moeten zijn, maar toch is het dat niet. Waar ik op doel? Het fenomeen dat iedere lege plek in huis uiteindelijk vol komt te liggen. Of het nou een bureau is, een kast, de bank, of een leeg stuk op de grond: het komt altijd vol te liggen. En dan duurt het weer maanden voordat het opgeruimd wordt. Je kunt het opvangen, deels, met plekjes waar je altijd even iets kwijt kunt. Maar toch lukt het nooit helemaal. Ik denk dat ik er eindelijk uit ben hoe het gebeurt.
Lui of altijd bezig
Zoals jullie waarschijnlijk al wel weten is Tourette een ingewikkelde samenhang tussen psychische en lichamelijke aspecten. Zo kan het zijn dat je lui overkomt doordat het psychisch niet goed gaat door bijvoorbeeld somberheid. Of je komt lui over doordat het lichamelijk niet goed gaat, bijvoorbeeld omdat je pijn hebt of moe bent. Of je bént gewoon lui. Dat kan natuurlijk ook nog 😉 Hierdoor komt het met enige regelmaat voor dat het niet lukt om meteen dingen helemaal op te ruimen. Je legt het dan tijdelijk ergens neer, zodat je eerst weer kunt opladen.
Daarnaast ben je altijd met verschillende dingen bezig. “Even dit doen, oh nee, toch nog even dat en eerst nog even dit.” Daardoor heb je regelmatig dingen in je handen die je op dat moment even kwijt moet. Je wilde gaan koken, maar toch nog eerst even het oud papier buitenzetten, waardoor je de spatel in je handen even neer moet leggen. Op de gangkast, want daar ben je dan. Of je wilt wat knutselspullen opruimen omdat ze in de weg liggen, maar merkt dat het een gedoe is. Dus je legt ze even ergens anders, zodat je de tafel alvast kunt gebruiken.
De ideale combinatie
Ik ben erachter gekomen dat de combinatie tussen deze twee dingen de ideale situatie creëert voor het vol leggen van lege plekken. Er zijn zóveel situaties te verzinnen waarom je iets ‘even’ ergens neer wilt leggen waar het niet hoort! Je komt thuis uit school, ben kapot en wilt even zitten. Het knutselwerk wat je meegenomen hebt zet je dus maar even naast de trap. Later die dag loop je er langs. Je weet niet zo één-twee-drie waar je het wel moet neerzetten, dus je laat het maar staan. Het staat eigenlijk niet in de weg.
Of die spatel dan, die ligt nu op de gangkast. Als je terugkomt in de keuken kan je je spatel niet vinden, dus je gebruikt maar even een andere. De komende dagen loop je wel regelmatig langs de kast, maar er is niet écht een reden om energie te verspillen aan het terugleggen van de spatel. Je hebt er genoeg, hij ligt niet in de weg.. Geen probleem toch?
Prikkels en een oplossing
Het lijkt soms wel of deze spullen niet genoeg prikkels geven om er écht iets mee te doen. Zo kan ik ook vlot de gang helemaal vol leggen. Dan stap ik gewoon over de spullen heen, zonder dat ik ze opruim. Ik registreer ze niet genoeg om er last van te hebben. Er overheen springen is makkelijker dan het opruimen. Of nou ja, zo voelt het dan. Totdat het me overprikkelt en ik uit frustratie alles opruim. En dan begin ik weer lekker opnieuw!
Wat in sommige situaties werkt, is om plekken te hebben waar je altijd even spullen zonder eigen plek neer kunt leggen. Zo is mijn salontafel een grote bak, daar kunnen altijd even grotere dingen in. Dat ze daar dan nooit meer uitkomen is geen probleem, want ze liggen niet in de weg. Daarnaast heb ik twee kleinere bakken voor de kleine spullen. Het probleem met de spatel is dan nog niet opgelost, maar ja, je moet ook niet proberen niet-logische problemen met logica op te lossen 😉