“De angst dat iemand in Nederland iets teveel zou krijgen is vaak groter dan de angst dat iemand tekort komt.” – Wim-Jan Renkema (GroenLinks), tijdens het Wajong-debat op woensdag 30 oktober in de tweede kamer.
Met die ene zin wordt het hele getouwtrek rond de Wajong over de afgelopen tientallen jaren samengevat. De Wajong is te ingewikkeld, dat weten we allemaal. Maar hoe moet het dan wel? Hoe zorgen we voor een beleid waaruit blijkt dat mensen met een handicap als net zo waardig behandeld worden als mensen zonder?
Eten of niet kunnen eten
Laten we beginnen met duidelijk maken dat het hier gaat om mensen die hoe dan ook weinig te besteden hebben. Het gaat dus niet om het verschil tussen €40.000 of €50.000 per jaar, maar om kunnen eten of niet kunnen eten. Dit is heel belangrijk. Ik zeg dit zo nadrukkelijk omdat mensen (incl. politici en UWV werknemers) dit continu vergeten. Mensen met een handicap vragen om een waardig leven waarin ze genoeg hebben voor basisbehoeften. En we worden afgeschilderd als mensen die vragen om een dik salaris. Dit is een cruciaal punt waarop iedere discussie over de Wajong weer vastloopt.
Nieuwe wetgeving
Op dit moment is de politiek druk bezig nieuwe Wajong wetgeving te maken. Het doel: het moet eenvoudiger worden. Eén wetgeving, voor iedereen. Helaas bestaan er zoveel verschillende situaties, dat het bijna onmogelijk is om die in één wetgeving te vangen. Dat maakt het hele verhaal zo ingewikkeld.
Zo kan ik prima evenveel PER UUR doen als iemand zonder handicap. Maar ik kan dat niet evenveel uren doen in de WEEK. Ik heb dus een urenbeperking. Van de UWV kreeg ik te horen dat mijn situatie zo weinig voorkomt dat daar geen regelingen voor zijn. Pas sinds een paar dagen hoor ik van veel mensen dat dit niet klopt. Volgens het kabinet ben ik een dubbele eenhoorn: hoogopgeleid én een beperking in aantal uren, niet bínnen de uren. Tijdens het debat werd weer eens goed duidelijk dat o.a. de VVD hier niets van begrijpt. In BOOS deed Chantal Nijkerken-de Haan van de VVD dat nog eens zachtjes over.
Rekenvoorbeeld
Het is ingewikkeld, dat snap ik. Ik zou hier een blog van 6000 woorden over kunnen schrijven, maar ik probeer me in te houden. Een rekenvoorbeeld:
Marit krijgt een Wajong uitkering op bijstandsniveau (70% van het minimumloon), dit is bruto €1030 per maand. Daarbij kan ze een paar uur per week zelf werken, waarmee ze €450 verdient. Dit HELE bedrag moet ze inleveren, dit wordt gekort op haar uitkering.
Door deze korting kan ze nooit boven bijstandsniveau uitkomen. En dan hebben we het dus nog niet eens over het niveau van het (lage) minimumloon. Ze kan zelf niet méér gaan verdienen om hoger uit te komen, door haar urenbeperking. Door haar handicap. Voor haar doen werk ze dus fulltime. Dit zou juist beloond moeten worden, i.p.v. afgestraft. Nu kan ze net zo goed niet werken. Waarom mag ze niet op z’n minst het fulltime minimumloon houden? Ze werkt toch ‘fulltime’?

Opleiding
Dit wordt nog ingewikkelder als je je opleiding mee gaat rekenen. Het idee is natuurlijk dat werk moet lonen, maar ook dat investeren in een opleiding moet lonen. Je wilt niet een hoogopgeleide advocaat hebben die 20 uur in de week werkt en daarvoor een inkomen op bijstandsniveau krijgt. Dan ben je niets anders dan een tweederangsburger. Al je collega’s krijgen namelijk veel meer, terwijl jij alles moet inleveren. Je werkt dan ook minder, klopt, maar voor JOUW DOEN werk je wel fulltime. Een diploma moet lonen voor iedereen, ook als je een handicap hebt.
Het is allemaal ontzettend ingewikkeld, maar het heeft ook ontzettend veel invloed op het leven van echte mensen. Mensen die iets hebben waar ze niets aan kunnen doen. Mensen die heel vaak meer doorzettingsvermogen en veerkracht hebben dan alle politici bij elkaar.
Ik ben inmiddels uit de Wajong. Althans, ik hoop nog te kunnen terugvallen wanneer ik weer eens terugval. De oude Wajong had veel problemen, maar ik heb ook geprofiteerd van regels die nu niet meer bestaan. Zo mocht ik meer geld houden omdat ik een opleiding heb gedaan. Op die manier zorgde de Wajong ervoor dat ik zonder al te veel risico kon groeien naar een waardig inkomen. Zo zou het moeten zijn. Je kan pas een stap maken als je vaste grond onder je voeten voelt.
Volwaardige burgers
Het systeem moet anders, absoluut. Maar luister dan eens naar de mensen die erin leven. Praat eens met ons! De politici die dit wel hebben gedaan konden in het debat feilloos uitleggen wat er verkeerd is aan de nieuw voorgestelde wet. De rest niet. De Wajong hoort een waardige aanvulling te zijn voor mensen met een handicap. Een steun in de rug om zoveel mogelijk zelfstandig te worden. Dus politici: behandel ons nou eens als volwaardige burgers. Want wat jullie ook zeggen of doen, dat is wat we zijn.